Wapen

1Samuël 21:7-9. Wat is jouw wapen in de geestelijke strijd?

7 (21:8) Er bevond zich daar op die dag ook een dienaar van Saul, een zekere Doëg uit Edom, de opzichter van Sauls herders. Hij was daar vanwege een of andere verplichting aan de HEER. 8 (21:9) ‘Hebt u hier misschien ook een lans of een zwaard?’ vroeg David aan Achimelech. ‘Ik heb niet eens mijn zwaard en mijn andere wapens kunnen meenemen, zoveel haast was er bij de opdracht van de koning.’ 9 (21:10) ‘Ik heb hier het zwaard van de Filistijn Goliat, die u in de Terebintenvallei verslagen hebt, ‘antwoordde de priester. ‘Daar hangt het, achter het priestergewaad, gewikkeld in een doek. Als u wilt kunt u het meenemen. Een ander wapen is hier niet.’ ‘Zoals dit is er geen tweede, ‘zei David. ‘Geef het mij.’

Laat een loflied op je lippen zijn en een tweesnijdend zwaard in je hand.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Loofhuttenfeest

Hij zal geprezen worden

Omgaan met weerstand