Jezus volgen

Johannes 6:22-26  HSV

De volgende morgen zag de menigte, die aan de overkant van de zee stond, dat daar geen ander scheepje was dan dat ene waar Zijn discipelen in gegaan waren, en dat Jezus met Zijn discipelen niet in het scheepje gegaan was, maar dat Zijn discipelen alleen weggevaren waren.

Maar er kwamen andere scheepjes van Tiberias, dicht bij de plaats waar zij het brood gegeten hadden nadat de Here gedankt had.

Toen de menigte nu zag dat Jezus daar niet was, en ook Zijn discipelen niet, gingen zij zelf ook in de schepen en kwamen in Kapernaüm om Jezus te zoeken. En toen zij Hem gevonden hadden aan de overkant van de zee, zeiden zij tegen Hem: Rabbi, wanneer bent U hier gekomen?

Jezus antwoordde hun en zei: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: U zoekt Mij, niet omdat u tekenen gezien hebt, maar omdat u van de broden gegeten hebt en verzadigd bent.

 

Een hele menigte op zoek naar U Heer Jezus. Redenerend waar U gisteren was dachten ze U vandaag te kunnen vinden, maar U heeft zich op bovennatuurlijke wijze verplaatst. U zoeken en volgen met redenatie is dus een heilloze zaak. Gaan naar plaatsen waar U zich gisteren gemanifesteerd heeft is geen garantie dat U daar vandaag nog steeds bent. Zoals U zich op bovennatuurlijke wijze verplaatst heeft, kunnen wij U alleen op bovennatuurlijke wijze vinden en volgen. Dat gaat U duidelijk maken met 4 ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u’ uitspraken.

Hier de eerste:

 

Johannes 6:26

Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: U zoekt Mij, niet omdat u tekenen gezien hebt, maar omdat u van de broden gegeten hebt en verzadigt bent.

 

Het gaat in de eerste plaats om de motieven waarom we naar U op zoek zijn. Die motieven moet U hier zelf blootleggen, want uit de vraag die de mensen stellen blijkt dat ze om de hete brij heen draaien: ‘Rabbi, wanneer bent U hier gekomen?’ Dat ze U aanspreken met Rabbi wil zeggen dat ze U nog steeds niet erkennen als Zoon van God. Voor de mensen bent U een aanvoerder en een leraar. Ze willen wel achter U aan en naar U luisteren, maar blijven leven in hun eigen werkelijkheid die aards-gericht is. Want in werkelijkheid gaat het ze om het eten en de daaraan gekoppelde verzadiging, terwijl U juist een veel diepere werkelijkheid wilt laten zien. Een verzadiging met eeuwigheidswaarde, die je alleen kunt zien en ontvangen wanneer je U erkent en aanvaard als Zoon van God.

'Here Jezus, ik erken en aanvaard U als Zoon van God. Heilige Geest, leer mij Jezus zo te volgen en help mij te onderscheiden waar het werkelijk om gaat als ik mensen spreek die om de hete brij heen draaien.'

 

[Waarom volg jij Jezus?]

 

Johannes 6:27-33 HSV

Werk niet om het voedsel dat vergaat, maar om het voedsel dat blijft tot in het eeuwige leven, dat de Zoon des mensen u geven zal; want Hem heeft God de Vader verzegeld.

Zij zeiden dan tegen Hem: Wat moeten wij doen, opdat wij de werken van God mogen verrichten? Jezus antwoordde en zei tegen hen: Dit is het werk van God: dat u gelooft in Hem Die Hij gezonden heeft.

Zij zeiden dan tegen Hem: Welk teken doet U dan, opdat wij het zien en U geloven? Wat voor werk verricht U? Onze vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn, zoals geschreven is: Hij gaf hun brood uit de hemel te eten.

Jezus dan zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar Mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel. Want het brood van God is Hij Die uit de hemel neerdaalt en aan de wereld het leven geeft.

 

Leef niet voor de dingen die vergaan, maar voor dat wat eeuwigheidswaarde heeft. Zoveel mensen besteden al hun tijd en energie aan vergankelijke zaken, Heer. Ook ik herken dat. Voor mij is eten ook belangrijk. Maar niet het belangrijkste, want dat bent en blijft U. Ik wil graag investeren in zaken die eeuwigheidswaarde hebben en dank U Heilige Geest, dat U mij daarbij helpt.

Het patent voor de eeuwigheid heeft U Heer Jezus. U bent door de Vader verzegeld als het gaat om de eeuwigheid, wat wil zeggen dat U de volmacht heeft om eeuwig leven te geven. Alleen U heeft dat. Wij kunnen dat met geen mogelijkheid zelf verdienen.

‘Als Mozes het volk het manna gaf, dan moeten wij dat ook kunnen’, dachten de mensen toen ze vroegen: ‘Wat moeten wij doen, zodat wij de werken van God mogen verrichten?’

En dan komt uw tweede 'Voorwaar, voorwaar, Ik zeg U' uitspraak, Jezus: 'Niet Mozes heeft u brood uit de hemel gegeven, maar Mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel. Want het brood van God is Hij Die uit de hemel neerdaalt en aan de wereld het leven geeft.'

Wij kunnen niets anders doen om het eeuwige leven te krijgen, dan met dankbaarheid ontvangen wat U gegeven hebt, Vader. En dan is uw Zoon. U, Heer Jezus, bent het 'Manna' dat wij mogen 'eten'.

Zo zie je maar weer dat al onze aannames en redeneringen niet altijd stroken met de werkelijkheid. De woorden van Paulus in Colossenzen 2 vers 16 en 17 zijn in die zin wel toepasselijk:

 

Laat je dus door niemand nog regels opleggen over wat jullie wel of niet mogen eten en drinken, of welke feestdagen jullie moeten vieren. Want die dingen zijn een afbeelding en een schaduw van de werkelijke dingen die nog zouden komen in Christus (BasisBijbel).

 

Of zoals de NBG zegt: 'De werkelijkheid is van Christus.'

Het gaat om U Heer Jezus. Niet om aardse zaken als eten en drinken en het vieren van feesten. Om U alleen. U bent ons 'eten'. U bent ons 'drinken'. U bent de reden waarom wij feest vieren. U alleen!

 

[Sluit je ogen en vraag wat Jezus op dit moment tegen jou wil zeggen. Schrijf op wat er in je gedachten komt.]