Overdenkingen

Johannes 6:37 (BOEK) Alle mensen die de Vader Mij geeft, zullen naar Mij toekomen. En als iemand bij Mij komt, zal Ik hem nooit wegsturen.   Dank U Vader, dat U ons geeft aan uw Zoon. We hebben al geleerd dat dit alleen kan als wij bereid zijn uw stem te horen en er naar te luisteren.   Johannes 6:45b Ieder die de stem van God hoort en naar Hem luistert, komt bij Mij.   Ik bid daarom vandaag dat veel mensen dat zullen doen. Dat ze zullen komen en luisteren. Een aantal namen maak ik bij U bekend Vader in de hemel.   [Bid voor familie en bekenden die nog niet willen horen en luisteren]   Ik ben lang geleden al bij U gekomen en doe dat dagelijks. Bij U zijn wij altijd welkom. Dank U wel dat U ons nooit wegstuurt. U laat ons nooit in de steek.   Jesaja 41:9b want Ik heb U gekozen en zal u niet in de steek laten.   Zoveel mensen hebben U in de steek gelaten Heer. Ook wij gaan soms onze eigen weg. U daarentegen laat ons nooit in de steek. U bent en blijft trouw. Daarom is he

Johannes 6:33-36 BOEK Want het brood van God is Hij, Die uit de hemel is gekomen. Hij geeft het leven aan deze wereld. "Here",  zeiden zij. "Dat brood willen wij altijd wel hebben."Jezus antwoordde: 'Ik ben het brood dat leven geeft. Wie bij Mij komt, zal nooit meer honger krijgen. Wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst krijgen. U hebt Mij gezien en toch gelooft U mij niet. Dat heb Ik u trouwens al eens eerder gezegd.’   We beginnen waar we de vorige overdenking geëindigd zijn. Het mysterie is onthuld Heer Jezus. U bent het Brood dat uit de hemel neergedaald is. Dat Brood is altijd in mij, omdat U in mij woont. Het bewijs daarvoor staat in Johannes 14 vers 23 (BasisBijbel):   Jezus antwoordde: "Iemand die van Mij houdt, zal doen wat Ik zeg. Mijn Vader zal van hem houden en Wij zullen bij hem komen en in hem wonen.   Ik houd van U Heer Jezus en wil doen wat U zegt. Dank U dat de Vader van mij houdt en dat jullie in mij wonen door de Heilige Geest die

Johannes 6:22-26  HSV De volgende morgen zag de menigte, die aan de overkant van de zee stond, dat daar geen ander scheepje was dan dat ene waar Zijn discipelen in gegaan waren, en dat Jezus met Zijn discipelen niet in het scheepje gegaan was, maar dat Zijn discipelen alleen weggevaren waren. Maar er kwamen andere scheepjes van Tiberias, dicht bij de plaats waar zij het brood gegeten hadden nadat de Here gedankt had. Toen de menigte nu zag dat Jezus daar niet was, en ook Zijn discipelen niet, gingen zij zelf ook in de schepen en kwamen in Kapernaüm om Jezus te zoeken. En toen zij Hem gevonden hadden aan de overkant van de zee, zeiden zij tegen Hem: Rabbi, wanneer bent U hier gekomen? Jezus antwoordde hun en zei: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: U zoekt Mij, niet omdat u tekenen gezien hebt, maar omdat u van de broden gegeten hebt en verzadigd bent.   Een hele menigte op zoek naar U Heer Jezus. Redenerend waar U gisteren was dachten ze U vandaag te kunnen vinden, maar U heeft zich op