Lichtzinnig leven
Psalmen 69:1-12. Hoe is te voorkomen dat je een lichtzinnig leven leidt?
1 Voor de koorleider. Op de wijs van De lelies. Van David.
(69:2) Red mij, God,
het water staat aan mijn lippen,
2 (69:3) ik zink weg in bodemloos slijk
en vind geen grond voor mijn voeten,
ik ben in diep water geraakt,
de stroom sleurt mij mee.
3 (69:4) Uitgeput ben ik van het roepen,
mijn keel is schor geschreeuwd,
mijn ogen zijn verzwakt
van het uitzien naar mijn God.
4 (69:5) Talrijker dan de haren op mijn hoofd
zijn zij die mij haten zonder reden,
met velen zijn mijn belagers,
mijn vijanden die mij bedriegen:
teruggeven moet ik
wat ik niet heb geroofd.
5 (69:6) God, u kent mijn lichtzinnig leven,
mijn schuld is u niet ontgaan.
6 (69:7) Laat ik niet beschamen wie naar u uitzien,
HEER, God van de hemelse machten,
laat wie u zoekt niet om mij te schande staan,
God van Israƫl.
7 (69:8) Om u moet ik smaad verduren
en bedekt het schaamrood mijn gezicht.
8 (69:9) Ik ben voor mijn broers een vreemde geworden,
een onbekende voor de zonen van mijn moeder.
9 (69:10) De hartstocht voor uw huis heeft mij verteerd,
de smaad van wie u smaadt, is op mij neergekomen.
10 (69:11) Ik huilde tranen toen ik vastte,
maar wat ik oogstte was hoon,
11 (69:12) ik hulde mij in een boetekleed,
maar verachting werd mijn deel.
12 (69:13) In de stadspoort wordt over mij gepraat,
en de liedjes van drinkers spotten met mij.
Ware wijsheid is ontzag voor de Heer en wijken van het kwaad.
Reacties
Een reactie posten