Vertrouwd
Psalmen 22:1-10. Waarop vertrouw jij in dit leven?
1 Voor de koorleider. Op de wijs van De hinde van de dageraad. Een psalm van David.
(22:2) Mijn God, mijn God,
waarom hebt u mij verlaten?
U blijft ver weg en redt mij niet,
ook al schreeuw ik het uit.
2 (22:3) ‘Mijn God!’ roep ik
overdag, en u antwoordt niet,
’s nachts, en ik vind geen rust.
3 (22:4) U bent de Heilige,
die op Israƫls lofzangen troont.
4 (22:5) Op u hebben onze voorouders vertrouwd;
zij hebben vertrouwd en u verloste hen,
5 (22:6) tot u geroepen en zij ontkwamen,
op u vertrouwd en zij werden niet beschaamd.
6 (22:7) Maar ik ben een worm en geen mens,
door iedereen versmaad, bij het volk veracht.
7 (22:8) Allen die mij zien, bespotten mij,
ze schudden meewarig het hoofd:
8 (22:9) ‘Wend je tot de HEER ! Laat hij je verlossen,
laat hij je bevrijden, hij houdt toch van je?’
9 (22:10) U hebt mij uit de buik van mijn moeder gehaald,
mij aan haar borsten toevertrouwd,
10 (22:11) bij mijn geboorte vingen uw handen mij op,
van de moederschoot af bent u mijn God.
Ik stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God.
Reacties
Een reactie posten