Mijn sterkte
Psalmen 22:11-21. Aan wie denk je bij het lezen van dit gedeelte en wat betekent het voor jou?
11 (22:12) Blijf dan niet ver van mij,
want de nood is nabij
en er is niemand die helpt.
12 (22:13) Een troep stieren staat om mij heen,
buffels van Basan omsingelen mij,
13 (22:14) roofzuchtige, brullende leeuwen
sperren hun muil naar mij open.
14 (22:15) Als water ben ik uitgegoten,
mijn gebeente valt uiteen,
mijn hart is als was,
het smelt in mijn lijf.
15 (22:16) Mijn kracht is droog als een potscherf,
mijn tong kleeft aan mijn gehemelte,
u legt mij neer in het stof van de dood.
16 (22:17) Honden staan om mij heen,
een woeste bende sluit mij in,
zij hebben mijn handen en voeten doorboord.
17 (22:18) Ik kan al mijn beenderen tellen.
Zij kijken vol leedvermaak toe,
18 (22:19) verdelen mijn kleren onder elkaar
en werpen het lot om mijn mantel.
19 (22:20) HEER, houd u niet ver van mij,
mijn sterkte, snel mij te hulp.
20 (22:21) Bevrijd mijn ziel van het zwaard,
mijn leven uit de greep van die honden.
21 (22:22) Red mij uit de muil van de leeuw,
bescherm mij tegen de horens van de wilde stier.
U geeft mij antwoord.
Mijn sterkte, beschermer. Hij kwam mijn te hulp.
Reacties
Een reactie posten