Krijgsdienst
1Kronieken 7:28-40. Hoe ziet de krijgsdienst in het leger van God er uit?
28 Hun grondgebied omvatte de volgende steden, elk met de omliggende dorpen: Betel, in oostelijke richting Naäran, in westelijke richting Gezer, en ook het gebied van Sichem tot aan Ajja. 29 De stam Manasse bezat Bet–San, Taänach, Megiddo en Dor, elk met de omliggende dorpen. Dit waren de gebieden waar de nakomelingen van Israëls zoon Jozef woonden. 30 Kinderen van Aser: Jimna, Jiswa, Jiswi, Beria en hun zuster Serach. 31 Zonen van Beria: Cheber en Malkiël, de stichter van Bir–Zaït. 32 Cheber verwekte Jaflet, Somer, Chotam en hun zuster Sua. 33 Zonen van Jaflet: Pasach, Bimhal en Aswat; zij waren de zonen van Jaflet. 34 Zonen van Semer: Achi en Roga, Jechubba en Aram. 35 Zonen van zijn broer Helem: Sofach, Jimna, Seles en Amal. 36 Zonen van Sofach: Suach, Charnefer, Sual, Beri en Jimra, 37 Beser, Hod, Samma, Silsa, Jitran en Beëra. 38 Zonen van Jeter: Jefunne, Pispa en Ara. 39 Zonen van Ulla: Arach, Channiël en Risja. 40 Zij allen waren nakomelingen van Aser, familiehoofden, beroemde, weerbare mannen, stamvorsten. Van hun families staan zesentwintigduizend mannen voor de krijgsdienst ingeschreven.
Hemelse wapens, klaar voor de strijd.
Reacties
Een reactie posten