Dappere krijgslieden
1Kronieken 7:1-17. Beschrijf eens een dappere krijger in het leger van de Heer.
1 Issachar had vier zonen: Tola en Pua, Jasub en Simron. 2 Zonen van Tola: Uzzi, Refaja, Jeriël, Jachmai, Jibsam en Semuël. Deze dappere krijgslieden staan in de geslachtslijsten als familiehoofden van de Tolaïeten. In de tijd van David telde deze familie 22.600 mannen. 3 Zoon van Uzzi: Jizrachja. Zonen van Jizrachja: Michaël, Obadja, Joël en Jissia, vijf familiehoofden. 4 Ze hadden zo veel vrouwen en kinderen dat voor hun families 36.000 man gevechtstroepen in de geslachtslijsten staan. 5 Ook voor de andere families van Issachar staan vele weerbare mannen ingeschreven, 87.000 in totaal. 6 Benjamin had drie zonen: Bela, Becher en Jediaël. 7 Bela had vijf zonen: Esbon, Uzzi, Uzziël, Jerimot en Iri. Zij waren familiehoofden, dappere krijgslieden. Voor hun families staan 22.034 mannen ingeschreven. 8 Zonen van Becher: Zemira, Joas, Eliëzer, Eljoënai, Omri, Jeremot, Abia, Anatot en Alemet; allemaal zonen van Becher. 9 Voor de families van deze familiehoofden staan in de geslachtslijsten 22.200 weerbare mannen ingeschreven. 10 Zoon van Jediaël: Bilhan. Zonen van Bilhan: Jeüs, Benjamin, Ehud, Kenaäna, Zetan, Tarsis en Achisachar; 11 allemaal nakomelingen van Jediaël. Zij waren familiehoofden, dappere krijgslieden. Van hun families waren 17.200 mannen in krijgsdienst. 12 Suppim en Chuppim waren zonen van Ir; Chusim was een zoon van Acher. 13 Zonen van Naftali: Jachasiël, Guni, Jeser en Sallum, zonen van Bilha. 14 Zoon van Manasse: Asriël. Zijn Aramese bijvrouw baarde Machir, de vader van Gilead. 15 Machir nam vrouwen voor Chuppim en Suppim. Zijn zuster heette Maächa. Een andere nakomeling van Manasse heette Selofchad. Selofchad kreeg dochters. 16 Machirs vrouw Maächa baarde een zoon, die zij Peres noemde. Zijn broer heette Seres. Zonen van Seres: Ulam en Rekem. 17 Zoon van Ulam: Bedan. Dit waren de nakomelingen van Gilead, de zoon van Machir, de zoon van Manasse.
Gejuich van dappere soldaten.
Reacties
Een reactie posten