Geloofsles

Johannes 6:1-4 BOEK

Daarna ging Jezus naar de andere kant van het meer van Galilea. Een menigte mensen volgde Hem, omdat zij zagen dat Hij de zieken genas. Jezus liep de heuvel op en ging daar met Zijn discipelen zitten. Het was vlak voor het Joodse Paasfeest.

 

Een voor U welbekende reis Heer, over het meer van Galilea. Dat heeft U vaker gedaan. Een grote menigte volgde U. Dat moeten er wel meer dan 10.000 geweest zijn, omdat in vers 10 staat dat er alleen al 5000 mannen waren, vrouwen en kinderen niet meegerekend. Het geloof van de menigte was nog duidelijk gebaseerd op wat ze zagen. Dat is geen geloof zoals U het bedoeld heeft. Dat gebaseerd is op de zekerheden vanuit uw Woord, zonder dat we het zien.

Er moet dus nog werkelijke bekering plaatsvinden. Zo vlak voor het Paasfeest, het feest van de redding en verlossing, gaat U laten zien hoe belangrijk geloof is. Want geloof ís de basis van redding en verlossing, dat hebben we al gelezen in Johannes 3:16.

 

Want God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.

 

Die liefde gaat U hier laten zien Heer Jezus. U wijst de menigte niet af, maar gaat ze meer dan voldoende voeden.

 

Johannes 6:5-9 BOEK

Toen Jezus al die mensen zag aankomen, vroeg Hij aan Filippus: "Waar kunnen wij brood vandaan halen om de mensen te eten te geven? Niet dat Jezus eten wilde kopen. Hij was iets anders van plan, maar was alleen benieuwd wat Filippus zou antwoorden. Filippus zei: "Al kopen wij voor 200 zilverstukken brood, dan hebben wij nog niet genoeg om iedereen te eten te geven." Andreas mengde zich in het het gesprek. "Hier is een jongen, die vijf gerstebroden en twee gedroogde vissen heeft. Maar wat hebben wij daaraan voor zoveel mensen?"

 

Welkom in de leerschool van Jezus! Daar boven op de heuvel leert U de discipelen een belangrijke les als het gaat om geloof. Niet zien op de omstandigheden, maar zien op wat de Vader gedaan heeft en dat ook doen. Dat hebben we geleerd in Johannes 5.

 

Johannes 5:19 BOEK

De Zoon kan niets uit Zichzelf. Hij doet alleen wat Zijn Vader Hem voordoet.

 

U heeft gezien dat uw Vader het volk het manna te eten gaf in de woestijn, Heer Jezus. Daarom was uw plan voor deze samenkomst duidelijk. Als uw Vader een heel volk te eten kan geven kan U zeker deze 'menigte' te eten geven. Want U doet wat uw Vader deed.

Dat is de les die de discipelen nog moesten leren, want die keken niet naar wat de Vader deed, maar naar de omstandigheden. Daarom is het zo belangrijk om het Woord van de Vader te kennen, zodat we in geloof uit kunnen stappen in dezelfde dingen die U en uw Vader deden en doen. Heilige Geest, help ons zo te geloven.

 

[Waar is jouw geloof op gebaseerd?]

 

Johannes 6:10-11 HSV

En Jezus zei: Laat de mensen gaan zitten. En er was veel gras op de plaats. Dus gingen de mannen zitten, ongeveer vijfduizend in getal. En Jezus nam de broden, en nadat Hij gedankt had, deelde Hij ze uit aan de discipelen, en de discipelen aan hen die daar zaten; op dezelfde manier werden ook de visjes uitgedeeld, zoveel zij wilden.

 

U bewijst hier dat U van mensen houdt en goed voor ze wil zorgen. Uw Vader weet heel goed wat wij nodig hebben en wil het graag geven.

 

Mattheüs 6:31-32 BOEK

Maak  je dus geen zorgen over wat je zult eten of aantrekken. Met dat soort dingen vullen de ongelovigen hun leven. Je hemelse Vader weet heel goed wat je nodig hebt.

 

Uw Vader weet wat wij nodig hebben Heer, dus U weet dat ook en laat dat hier zien. Wat U hier leert gaat niet over honger hebben. Dat zijn de omstandigheden. Wat U leert gaat over geestelijk voedsel dat het hart en de ziel verzadigt. Om dat te kunnen verstaan is het nodig dat we heel goed luisteren naar wat U hier zegt Heer Jezus, zodat we de diepte van wat U hier doet kunnen verstaan. Dit is wat U doet:

 

• U laat ze zitten in het gras.

 

Dat doet mij denken aan Psalm 23 vers 2 (HSV):

 

De Heere is mijn Herder,

mij ontbreekt niets.

Hij doet mij nederliggen in grazige weiden, …

 

U bracht de menigte naar een heuvel met veel gras, zodat ze makkelijk konden zitten en gevoed konden worden. Zo neemt U ons graag mee naar uw Woord, de Bijbel. Dat is

ons 'gras'. Daar mogen wij 'zitten' en luisteren naar wat U te zeggen heeft. Dat verfrist ons innerlijk en leidt ons op de weg die U wilt dat we zullen gaan. Daarmee eren wij U.

 

Psalm 23:3 BOEK

Hij verfrist mijn innerlijk en leidt mij op de weg, waar Zijn recht geldt, tot eer van Zijn naam.

 

[Hoe vaak lees en bestudeer jij de Bijbel en wat doet dat me je?]

 

• U pakt het brood.

Niet zomaar brood, maar gerstebrood. Een heenverwijzing naar uw opstanding Heer, tijdens het Eerstelingenfeest. Daar werd de eerste schoof van de gersteoogst aangeboden

aan uw Vader. Zo bent U ook, als eerst opgestane uit de dood, aangeboden aan uw Vader. U bent dat gerstebrood Heer Jezus dat ons innerlijk voedt met opstandingskracht, 

nieuw leven en aanbidding voor U Heer Jezus.

Als wij dat 'brood' aanpakken en tot ons nemen, U aanvaarden als Zoon van God die sterker is dan de dood, dan is in ons die opstandingskracht, dat nieuwe leven en die 

aanbidding voor U.

 

[Heb jij het ‘gerstebrood’ al aangepakt?]

 

• U dankte voordat het zichtbaar was.

U dankte bij voorbaat, omdat U wist wat er gebeuren ging. Uw Vader had het al eerder gedaan. Daarom wist U dat het nu ook gebeuren ging.  Dat is de kern van geloven Heer. 

Weten wat U gedaan heeft en er op vertrouwen dat hetzelfde weer gebeurt, omdat U in ons woont.

 

• U deelt uit aan uw discipelen.

Zoals U het gerstebrood uitdeelde aan uw discipelen, zo deelt U dit geestelijke voedsel uit aan ons, uw discipelen. Dat doet U door de Heilige Geest.

 

Johannes 14:26 BOEK

Maar de Vader zal de Plaatsvervanger sturen. Dat is de Heilige Geest, Die u in mijn naam alles zal leren en steeds weer zal herinneren aan wat Ik gezegd heb.

 

Zo gaan wij zeggen wat U zei en doen wat U deed. Wat geeft dat een vreugde en verzadiging!

 

[Wees eens een moment stil. Waar herinnert de Heilige Geest jou aan?]

 

• De discipelen delen uit aan de mensen.

Zo heeft U het bedoelt Heer. Wat we van U ontvangen is om uit te delen. U wilt door ons de 'menigte' verlorenen rondom ons verzadigen met het goede dat U geeft. Daarvoor

zet U ons in.

 

De les die hier voor ons in zit is drieledig Heer. Drie werkwoorden:

1. Zitten; om het Woord te horen.
2. Danken; voor wat zichtbaar gaat worden.
3. Delen; wat we ontvangen.

 

Heilige Geest, werk dat uit in ons leven.

 

[Waar wil jij in groeien?]

 

Johannes 6:12-13 BOEK

Toen de mensen verzadigd waren, zei Jezus tegen Zijn discipelen: "Er is nog heel wat over. Haal het op, want er mag niets blijven liggen." De discipelen hadden twaalf manden

nodig om het overschot op te halen.

 

Zoals U ons, de 'menigte' gevoed heeft met uw Woord en wij U erkennen als de Zoon van God, zo zal er een moment komen dat de twaalf stammen van Israël U zullen 

aanvaarden als de Messias, de Zoon van God. Niets van uw volk Israël mag blijven liggen. U verzamelt ze allemaal. Daar bent U nu nog steeds mee bezig en eens zal er 

moment komen dat de klus geklaard is.

 

Romeinen 11:1a BOEK

Heeft God Zijn eigen volk dan afgeschreven? Nee!

 

Romeinen 11:26

Dan zal heel Israël gered worden. Dat staat ook in de Boeken: "De grote bevrijder zal uit Sion komen om het kwaad van Israël weg te doen."

 

U bent de Bevrijder die ons heeft bevrijd en heel Israël zal bevrijden. Dank U wel Heer Jezus.

 

[Wat 'verzamel' jij voor Israël?]

 

Johannes 6:14-15 BOEK

Het drong tot de mensen door dat Hij iets geweldigs had gedaan. "Ja", zeiden zij, "Hij moet de Profeet zijn, die komen zou!" Omdat Jezus merkte dat de mensen Hem wilden 

dwingen hun koning te worden, ging Hij alleen de bergen in.

 

Zo eindigt deze geschiedenis Heer. Geen innerlijke verfrissing en bekering, zodat de menigte zou gaan wandelen op uw weg en U de eer zou geven die U toekomt. Ze kijken

nog steeds naar de omstandigheden en zien in U de Profeet, een aardse koning. U laat zich niet dwingen een kant op te gaan die de Vader niet wil.

Wie U werkelijk bent is de Zoon van God, de Koning der koningen. Wij moeten achter U aan en niet andersom!