Bron
Spreuken 5:1-4 / NBV
1 Mijn zoon, luister naar mijn wijsheid,
schenk mijn inzicht een aandachtig oor,
2 (2–3) opdat bezonnenheid je blijft behoeden,
kennis over je waakt bij wat je zegt tegen een lichtzinnige vrouw.
Van haar lippen komen gladde praatjes,
haar mond spreekt honingzoete woorden,
3 4 maar uiteindelijk zijn ze als gif zo bitter,
zo scherp als een tweesnijdend zwaard.
Spreuken 5:8-9 / NBV
8 Blijf bij zo’n vrouw vandaan,
houd afstand van haar woning.
9 Want je zult bij anderen je eer verkwanselen,
je verspeelt je leven aan die wrede vrouw.
Spreuken 6:24-26 / NBV
24 Hun onderricht beschermt je tegen lichtzinnige vrouwen,
tegen de gladde woorden van een afgedwaalde vrouw.
25 Zet nooit je zinnen op haar schoonheid,
laat haar ogen je niet strikken.
26 Een hoer kost je niet meer dan een brood,
maar de vrouw van een ander jaagt op je kostbare leven.
Spreuken 6:32-33 / NBV
32 Maar pleeg je overspel, dan heb je geen verstand,
wie zoiets doet richt zichzelf te gronde.
33 Hij zal door smaad worden getroffen
en zijn schande zal niet worden uitgewist.
Spreuken 7:7-25 / NBV
7 Ik zag daar onervaren jongens;
een van hen, ontdekte ik, was zonder verstand.
8 Hij liep door de straat,
kwam bij de hoek waar zo’n vrouw woont,
hij was vlak bij haar huis.
9 Het was in de schemering, de avond viel,
de nacht brak aan, duisternis verspreidde zich.
10 En kijk, daar komt die vrouw op hem af,
gekleed als een hoer, een listig karakter.
11 Ongedurig en losbandig,
als iemand die in huis geen rust vindt,
12 loopt ze nu eens in de straten, dan weer op de pleinen,
op elke straathoek staat ze op de loer.
13 Ze grijpt de jongen vast en kust hem,
schaamteloos kijkt ze hem aan.
14 Ze zegt: ‘Ik moest een vredeoffer brengen,
vandaag heb ik mijn geloften ingelost.
15 Daarom ben ik de deur uit gegaan,
ik ging op zoek naar jou, nu heb ik je gevonden.
16 Ik heb mijn bed al opgemaakt met kostbaar linnen,
met bontgekleurde dekens uit Egypte.
17 Ik heb het besprenkeld met mirre,
met aloë en kaneel.
18 Kom, laten we dronken worden van de liefde,
laten we genieten van het minnespel tot in de morgen.
19 Mijn man is niet thuis,
hij is ver weg, hij is op reis
20 en heeft meer dan voldoende geld bij zich.
Hij komt pas terug wanneer het vollemaan is.’
21 Zo wist ze hem te paaien met haar vleierij,
ze haalde hem over met allerlei lokkende woorden,
22 en zonder na te denken liep hij achter haar aan.
Zoals een os die naar de slachtbank gaat
bleef die dwaas aan haar geketend–
23 totdat een pijl zijn lever doorboorde,
zoals een vogel in het net vliegt
en niet merkt dat het hem zijn leven kost.
24 Nu dan, mijn zonen, luister naar mij,
schenk aandacht aan mijn woorden.
25 Volg de wegen van zo’n vrouw niet,
dwaal niet op haar paden.
Spreuken 22:14 / NBV
14 De mond van een lichtzinnige vrouw is als een diepe put,
wie door de HEER is vervloekt, valt daarin.
Spreuken 23:27-28 / NBV
27 Want een hoer is een valkuil,
een lichtzinnige vrouw een nauwe put.
28 Ze legt hinderlagen als een rover,
door haar neemt ontrouw toe.
Spreuken 29:3 / NBV
3 Wie wijsheid liefheeft, geeft zijn vader vreugde,
wie met hoeren omgaat, verkwanselt diens vermogen.
Spreuken 30:20 / NBV
20 Ziehier de houding van een overspelige vrouw:
ze doet alsof ze eet en haar mond afveegt,
en ze zegt: ‘Ik heb niets verkeerds gedaan.’
Spreuken 31:3 / NBV
3 Verspil je krachten niet aan vrouwen,
je woorden niet aan hen die koningen te gronde richten.
Reacties
Een reactie posten