Aanschijn
Psalmen 114:1-8. Waarvoor heb jij ontzag?
1 Toen Israël wegtrok uit Egypte,
het volk van Jakob dat vreemdtalige land verliet,
2 werd Juda zijn heiligdom,
Israël zijn koninkrijk.
3 De zee zag en vluchtte,
de Jordaan trok zich terug,
4 de bergen schrokken op als rammen,
als lammeren sprongen de heuvels op.
5 Waarvoor, zee, neem je de vlucht,
Jordaan, trek jij je terug?
6 Waarvoor, bergen, schrikken jullie op als rammen,
springen jullie, heuvels, als lammeren op?
7 ‘Voor het aanschijn van de Heer, –beef, aarde! –
voor het aanschijn van de God van Jakob.
8 Hij verandert de rots in een bron,
hard gesteente in een stroom van water.’
Wees stil voor het aangezicht van God.
Reacties
Een reactie posten