Verhoord
1Kronieken 21:18-30. Wat is de laatste gebedsverhoring die jij hebt meegemaakt?
18 De engel van de HEER droeg Gad op tegen David te zeggen dat hij naar de dorsvloer van de Jebusiet Ornan moest gaan om daar een altaar voor de HEER op te richten. 19 David ging naar boven, zoals Gad hem in naam van de HEER had opgedragen. 20 Ook Ornan had, toen hij opkeek, de engel zien staan. Zijn vier zonen, die bij hem waren, verstopten zich, maar Ornan ging door met dorsen. 21 David ging naar Ornan. Zodra hij David zag naderen, ging hij hem vanaf de dorsvloer tegemoet en knielde voor hem neer. 22 David zei tegen hem: ‘Verkoop mij het terrein waarop u uw graan dorst, zodat ik er een altaar kan bouwen voor de HEER. Ik zal u er de volle prijs voor betalen, zodat het volk van deze plaag wordt verlost.’ 23 Ornan antwoordde: ‘Neem het, mijn heer en koning, en doe wat goed is in uw ogen. Alstublieft: mijn runderen voor het brandoffer, mijn dorsslede als brandhout en mijn koren voor het graanoffer, dit alles schenk ik u.’ 24 ‘Nee, ‘antwoordde koning David, ‘ik wil er de volle prijs voor betalen. Ik ga niet iets dat van u is aan de HEER opdragen, en geen brandoffer brengen dat me niets heeft gekost.’ 25 David betaalde Ornan zeshonderd sjekel goud voor het terrein. 26 Hij bouwde er een altaar voor de HEER en bracht brandoffers en vredeoffers. Hij riep de HEER aan, en de HEER antwoordde hem door vanuit de hemel vuur te laten neerdalen op het altaar waarop het brandoffer lag. 27 En de HEER droeg de engel op zijn zwaard weer in de schede te steken. 28 Toen David daar op de dorsvloer van de Jebusiet Ornan zag dat de HEER hem verhoord had, bracht hij daar nog meer offers. 29 De tabernakel van de HEER, die Mozes in de woestijn had gemaakt, en het brandofferaltaar bevonden zich in die tijd op de offerhoogte van Gibeon. 30 Daarheen had David echter niet durven gaan om God om raad te vragen, zoveel angst had het zwaard van de engel van de HEER hem ingeboezemd.
U hoort mij als ik bid.
Reacties
Een reactie posten