Romeinen 9:20-23. Welke overeenkomsten zie je met Jeremia 18:1-11?
20 Wie bent u eigenlijk dat u, een mens, iets tegen God zou inbrengen? Vraagt het aardewerk soms aan de pottenbakker: ‘Waarom hebt u me gemaakt zoals ik eruitzie?’
21 Heeft de pottenbakker niet de vrijheid om van dezelfde klomp klei zowel een kostbare vaas als een alledaagse pot te maken?
22 God heeft degenen die het voorwerp van zijn toorn zijn en die hij heeft bestemd voor de ondergang, met veel geduld verdragen omdat hij zijn toorn ook wil tonen en zijn macht kenbaar wil maken.
23 En omdat hij zijn overweldigende majesteit wil tonen, heeft hij degenen die het voorwerp zijn van zijn barmhartigheid ertoe voorbestemd om in zijn majesteit te delen.
Bron: Bijbelcommentaar Vergadering; Andrew Wommack
De waarheid die Paulus hier uiteenzet is het algemene punt dat in het
boek Job wordt gemaakt. God verantwoordde Zich nooit aan Job, hoewel Job daarop
had aangedrongen. In plaats daarvan bestrafte God hem voor zijn “ik weet
alles”-houding (Job 38:18). God vroeg in feite aan
Job wat voor recht hij had om aan zijn eigen onkreukbaarheid vast te houden ten
koste van God (Job 40:3). Job begreep het toen God
tot hem sprak vanuit een storm en hij vernederde zichzelf (Job 42:2-6). De boodschap van Paulus
zou dezelfde reactie van ons moeten oproepen.
Paulus haalt hier een voorbeeld aan van
een tekst uit het Oude Testament uit Jeremia 18:3-6. In deze tekst stuurde God Jeremia
naar het huis van de pottenbakker om een les te leren. Toen de pot die de
pottenbakker maakte mislukte, maakte hij deze opnieuw. De Heer sprak tot
Jeremia en zei: “O huis Israëls, zal ik niet met u kunnen doen zoals deze
pottenbakker? Zie, als leem in de hand van de pottenbakker, zo zijt gij in Mijn
hand, huis Israëls!”
Uit deze illustratie hebben sommige
mensen de verkeerde conclusie getrokken dat de Heer sommige mensen slecht
geschapen heeft en voor een leven van vervloeking heeft voorbestemd, niet
vanwege hun eigen keuze, maar vanwege Gods keuze. Als we echter de tekst in
Jeremia en de context ervan nader bekijken, dan is dit niet het geval.
Ten eerste begon de pottenbakker met
een goede pot te maken, maar het leem was verdorven. Wiens schuld was dat? Het
was niet de schuld van de pottenbakker. De klei was ondeugdelijk. De
pottenbakker nam dus deze gebrekkige klei en in plaats van het weg te gooien
modelleerde hij het opnieuw tot een andere pot die misschien niet zoveel waarde
had als zijn oorspronkelijke ontwerp, maar nog steeds te gebruiken was.
Evenzo schept de Heer niet bepaalde
mensen voor vernietiging. Ze kunnen echter door hun eigen keuze in gebreke
blijven, wat niet te wijten is aan enige fout van de Schepper. In plaats van
dat de Heer hen van de aarde verwijdert, zal Hij hun gruweldaden verdragen
(vers 22). Hij kan hen zelfs in posities van gezag plaatsen zoals Hij bij de
Farao deed, zodat Hij Zijn grote kracht door Zijn overwinning over hen en hun
beramingen kan tonen. God kan nog steeds iemand gebruiken die Hem heeft
verworpen, net zoals de pottenbakker een bedorven stuk klei kan nemen en er iets
bruikbaars van kan maken.
Als je de tekst van de ervaring van
Jeremia bij de pottenbakker verder leest, is duidelijk te zien dat de Heer geen
dingen tegen iemands wil in doet. In de verzen 7-19 zegt de
Heer dat als een volk zich bekeert wanneer Hij rampspoed over hen voorbereidt,
Hij Zijn plannen voor hen zal veranderen. Dit laat er geen twijfel over bestaan
dat onze keuze Gods keuze kan beïnvloeden.
Reacties
Een reactie posten