De basis van geloof

Johannes 4:43-45 BOEK

Na die twee dagen ging Jezus weer op weg naar Galilea. Hij had gezegd dat een profeet in zijn vaderland (HSV ‘vaderstad’) niet geëerd wordt. Toch werd Hij in Galilea wel ontvangen, want de mensen die met Pesach, het Joodse Paasfeest, in Jeruzalem waren geweest, hadden zijn wonderen gezien.

 

U bent trouw aan uw volk Heer en gaat terug naar Galilea. Zo bent U trouw aan Israël Heer, ook al wordt U daar niet door iedereen geëerd. Dank U voor de Joden die dat wel doen en U geloven op uw Woord. Dat aantal zien we toenemen en daar zijn we dankbaar voor.

Leer mij en ons U niet alleen gastvrij te ontvangen, maar vooral te eren. Veel gelovigen hebben U wel gastvrij ontvangen in hun leven, maar eren U niet. Geven U niet de plaats die U toekomt. Houden zelf de regie over hun leven en geven U de plaats van een gast. Terwijl de hoogste plaats U toekomt Heer. Niet om wat U gedaan heeft, maar om wie U bent. De Zoon van de Aleerhoogste God.

 

[Is Jezus gast of Heer in/van je leven?]

 

Johannes 4:46-47 BOEK

Op zijn reis door Galilea kwam Hij ook weer in Kana, waar Hij water in wijn had veranderd. Een hoge ambtenaar uit Kafarnaüm hoorde dat Jezus uit Judea naar Galilea was gekomen en ging meteen naar Hem toe. Zijn zoon was doodziek en hij vroeg Jezus mee te gaan om de jongen te genezen.

 

Weer terug in Kana Heer, de ‘plaats van riet’. Dat is de betekenis van Kana. Daar veranderde U op de bruiloft water in wijn. De lekkerste wijn voor het laatst. Uitzien naar de Bruiloft van het Lam, waar wij als gelovige Bruid U, de Bruidegom, zullen ontmoeten. Het beste voor het laatst. Daar zien we naar uit.

Nu bent U terug in Kana en wordt duidelijk hoe onze weg naar de Bruiloft van het Lam er uit ziet. Ons ‘Kana’ is de wereld waarin wij leven. Wij zijn als riet dat gemakkelijk knakt. Een geknakte hoge ambtenaar komt bij U met een grote nood. Zijn zoon is doodziek. Dan maakt het niet uit of je een hoge positie hebt in de maatschappij. Deze ‘knak’-momenten kennen we allemaal, als ziekte en andere vormen van  lijden op ons pad komt.

Dan is het zaak dat je de juiste weg weet te vinden en dat is in de eerste plaats naar U Heer Jezus, zoals de hoge ambtenaar hier doet. U weet als geen ander wat lijden is en kent de weg die je daarin bewandelen moet. De weg van leven en genezing. Gaan staan op de beloftes uit uw Woord, waar staat:

 

Jesaja 42:3 BOEK

Hij zal het geknakte riet niet breken, de kwijnende vlam zal Hij niet doven, Hij zal recht doen aan wie onrecht is gedaan.

 

[Wat is jouw eerste actie als je te maken krijgt met ziekte?]

 

Johannes 4:48-49 BOEK

‘U zult nooit in Mij geloven als u geen duidelijke bewijzen en wonderen ziet,’ zei Jezus tegen hem.

Maar de man bleef aandringen: ‘ Here, kom toch mee! Anders sterft mijn kind nog!

 

U maakt duidelijk dat geloof belangrijk is als het gaat om ziekte en andere vormen van lijden. Geloof kan gebaseerd zijn op twee dingen:

1. Dat wat je ziet. Eerst zien, dan geloven.
2. Het Woord van God.

Het Joodse geloof kenmerkte zich door het zien van duidelijke bewijzen. Eerst zien, dan geloven. Dat was het geval bij deze hoge ambtenaar. Hij wilde dat Jezus meeging.

In Lucas 7 wordt er gesproken over een heidense officier die een doodzieke knecht had. Hij geloofde U op uw Woord. Hij hoefde U dus niet te zien.

 

Lukas 7:7, BOEK

‘Here, ik wil het U verder niet lastig maken. Ik ben het niet waard dat U in mijn huis komt. Daarom heb ik het ook niet gedurfd zelf naar U toe te komen. Eén woord van U is genoeg om mijn knecht te genezen.

 

De hooggeplaatste ambtenaar moest dit duidelijk nog leren Heer. Hij bleef aandringen dat U zou meekomen, wat duidelijk maakt dat zijn geloof diep in zijn hart gebaseerd was op zien. Daarom gaat U hem de les leren om te geloven op basis van uw Woord.

 

[Waar is jouw geloof op gebaseerd?]

 

Johannes 4:50-54 BOEK

‘Ga maar naar huis,’ zei Jezus. ‘Uw zoon blijft leven.’ De man geloofde Hem en ging op weg naar huis. Zijn bedienden kwamen hem tegemoet. ‘Uw zoon is genezen!’ vertelden zij hem. Hij vroeg hun wanneer de jongen genezen was. ‘Gistermiddag om één uur was de koorts ineens weg,’ antwoordden zij. De vader besefte dat het precies het moment was waarop Jezus had gezegd: ‘Uw zoon blijft leven.’ Hij en al zijn huisgenoten kwamen tot het geloof dat Jezus inderdaad de Christus was. Dit was het tweede wonder dat Jezus deed toen Hij uit Judea naar Galilea was gekomen.

 

Nu beseft de hooggeplaatste ambtenaar dat geloof gebaseerd is op uw Woord en hij en zijn hele huis komen tot dat geloof. Want wat U zegt is waar ook al zien we het nog niet. Dank U, Heilige Geest, dat U ons nu al die waarheid laat ‘zien’, terwijl die nog niet zichtbaar is voor onze ogen. Leer ons zo te leven en te geloven.

 

Hebreeën 11:1 BASISBIJBEL

Het geloof is de zekerheid dat de dingen die we verwachten, ook werkelijkheid zullen worden. Het is het bewijs van de dingen die we nog niet zien.

 

[Strek je uit naar een leven door de Geest, zodat je de waarheid gaat ‘zien’ zonder te zien]