Vertrouw
Spreuken 1:8 / NBV
8 Mijn zoon, luister naar de lessen van je vader,
verwaarloos niet wat je moeder je leert.
Spreuken 4:13 / NBV
13 Laat mijn onderricht niet los, houd het vast,
vergeet het nooit, het is je leven.
Spreuken 6:20-21 / NBV
20 Mijn zoon, houd vast aan wat je vader je opdraagt,
verwerp de lessen van je moeder niet.
21 Bind hun onderricht voor altijd op je hart,
wind het om je hals.
Spreuken 7:1-3 / NBV
1 Mijn zoon, denk altijd aan mijn uitspraken,
vergeet mijn woorden niet,
2 denk altijd aan wat ik je leer,
dan zul je blijven leven.
Koester mijn lessen als het licht in je ogen,
3 draag mijn woorden als een ring aan je vinger,
schrijf ze in je hart.
Spreuken 12:1 / NBV
1 Wie van onderricht houdt, houdt van kennis,
wie berispingen haat, is dom.
Spreuken 15:5 / NBV
5 Een dwaas veracht de lessen van zijn vader,
wie berispingen ter harte neemt, is verstandig.
Spreuken 17:6 / NBV
6 Kleinkinderen zijn voor grootouders de kroon op hun leven,
kinderen zijn trots op hun voorouders.
Spreuken 17:25 / NBV
25 Een dwaze zoon is een groot verdriet voor zijn vader,
bitterheid voor haar die hem heeft gebaard.
Spreuken 19:26-27 / NBV
26 Wie zijn vader mishandelt en zijn moeder wegjaagt,
is een slechte zoon die zich misdraagt.
27 Mijn zoon, luister maar niet langer naar mijn onderricht
als je mijn wijze woorden in de wind wilt slaan.
Spreuken 20:20 / NBV
20 Als je je vader en moeder vervloekt,
wordt je levenslicht gedoofd in de diepste duisternis.
Spreuken 23:15-16 / NBV
15 Mijn zoon, als je je verstand gebruikt,
loopt mijn hart over van vreugde.
16 Ik word vervuld van blijdschap
als je een bedachtzaam oordeel hebt.
Spreuken 23:22 / NBV
22 Luister naar je vader, hij die je verwekt heeft,
veracht je moeder niet wanneer ze oud is.
Spreuken 28:24 / NBV
24 Wie zijn vader en moeder berooft en zegt:
‘Daar steekt geen kwaad in, ‘
is niet beter dan een moordenaar.
Spreuken 29:3 / NBV
3 Wie wijsheid liefheeft, geeft zijn vader vreugde,
wie met hoeren omgaat, verkwanselt diens vermogen.
Spreuken 30:11 / NBV
11 Er zijn mensen die hun vader vervloeken
en hun moeder hun zegen onthouden.
Spreuken 30:17 / NBV
17 Wie spottend neerkijkt op zijn vader
en zijn moeder ongehoorzaam is,
hem zullen de raven bij de beek de ogen uitpikken,
de gieren zullen zijn ogen opschrokken.
Reacties
Een reactie posten