Mensenkind
Psalmen 90:1-6. Hoe staat het leven als mensenkind op aarde in verhouding tot de eeuwigheid en wat is dan jouw doel in dit aardse bestaan?
1 Een gebed van Mozes, de godsman.
Heer, u bent ons een toevlucht geweest
van geslacht op geslacht.
2 Nog voor de bergen waren geboren,
voor u aarde en land had gebaard–
u bent, o God, van eeuwigheid tot eeuwigheid.
3 U doet de sterveling terugkeren tot stof
en zegt: ‘Keer terug, mensenkind.’
4 Duizend jaar zijn in uw ogen
als de dag van gisteren die voorbij is,
niet meer dan een wake in de nacht.
5 U vaagt ons weg als slaap
in de morgen, als opschietend gras
6 dat ontkiemt in de morgen en opschiet,
en ‘s avonds verwelkt en verdort.
U heeft een doel voor mijn bestaan.
Reacties
Een reactie posten