Schuil
Psalmen 7:1-9. Hoe schuil je bij God?
1 Een klaaglied van David, dat hij voor de HEER gezongen heeft over de Benjaminiet Kus.
(7:2) HEER, mijn God, bij u schuil ik,
bevrijd mij van mijn vervolgers, red mij,
2 (7:3) ze zullen mij nog verscheuren als leeuwen,
mij meesleuren zonder dat iemand mij redt.
3 (7:4) HEER, mijn God, als ik iets heb misdaan,
als er onrecht kleeft aan mijn handen,
4 (7:5) als ik goed met kwaad heb vergolden,
of mijn belager zonder reden heb beroofd–
5 (7:6) laat dan de vijand mij achtervolgen, mij inhalen,
vertreden en vertrappen in het stof,
mij beroven van mijn eer en mijn leven. sela
6 (7:7) Sta op, HEER, laat uw toorn ontbranden,
keer u tegen de razernij van mijn belagers,
kom mij te hulp, gebieder van het recht.
7 (7:8) Laat u omringen door de raad van de volken
en bestijg hoog boven hen uw troon,
8 (7:9) HEER, rechter van de wereld.
Doe mij recht, HEER, ik ben onschuldig,
mij treft geen blaam.
9 (7:10) Roep de goddelozen een halt toe
en wees de rechtvaardige tot steun.
U die hart en nieren doorgrondt
bent een rechtvaardige God.
In de schuilplaats van de Allerhoogste.
Reacties
Een reactie posten