Hoogtijdagen
Ezra 3:1-7. Welke hoogtijdagen van de Heer zijn bij ons in de vergetelheid geraakt?
1 Aan het begin van de zevende maand, toen de Israëlieten zich in hun steden hadden gevestigd, verzamelde het voltallige volk zich in Jeruzalem. 2 Jesua, de zoon van Josadak, en zijn medepriesters, en Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, en zijn verwanten, bouwden het altaar van de God van Israël, om daarop te kunnen offeren zoals is voorgeschreven in de wet van Mozes, de godsman. 3 Ondanks hun angst voor de bevolking van het land richtten ze het altaar op zijn oude fundamenten op en offerden aan de HEER. Ze droegen de brandoffers voor de morgen en de avond op, 4 en vierden het Loofhuttenfeest volgens de voorschriften: elke dag brachten ze het vereiste aantal brandoffers, zoveel offers dus als er voor iedere dag zijn voorgeschreven. 5 Van toen af aan brachten ze ook het dagelijkse offer, het offer op nieuwemaan en de offers bij alle andere heilige hoogtijdagen van de HEER, en verder alle vrijwillige gaven aan de HEER. 6 Al vanaf de eerste dag van de zevende maand droegen ze brandoffers op aan de HEER, ook al waren de fundamenten van het heiligdom van de HEER nog niet gelegd. 7 De steenhouwers en andere vaklieden werden uitbetaald in zilver; de Sidoniërs en Tyriërs ontvingen voedsel, drank en olie om, met toestemming van Cyrus, de koning van Perzië, cederhout over zee van de Libanon naar Jafo te vervoeren.
Het feest is hier, hier is het waar de vreugde hoogtij viert.
Reacties
Een reactie posten