Raadplegen
1Koningen 12:1-11. Wie raadpleeg jij wanneer je om raad verlegen bent en naar wie luister je als je verschillende raadgevingen krijgt?
1 Rechabeam ging naar Sichem, waar heel IsraĆ«l was samengekomen om hem tot koning uit te roepen. 2 Jerobeam, de zoon van Nebat, hoorde hiervan, maar hij bleef in Egypte, waarheen hij voor koning Salomo was gevlucht. 3 Daarom werden er boden gestuurd om hem te halen, en samen met de verzamelde IsraĆ«lieten wendde hij zich tot Rechabeam met het volgende verzoek: 4 ‘Uw vader heeft ons een zwaar juk opgelegd. Maakt u onze taak nu minder zwaar, verlicht het juk waarmee uw vader ons heeft belast, dan zullen wij u dienen.’ 5 ‘Geef me drie dagen bedenktijd, ‘antwoordde Rechabeam, ‘en kom dan bij me terug.’ Toen het volk was weggegaan, 6 raadpleegde Rechabeam de oudsten die zijn vader Salomo ter zijde hadden gestaan toen die nog leefde: ‘Wat raadt u mij aan? Wat moet ik het volk antwoorden?’ 7 ‘Als u zich nu een dienaar van het volk toont, ‘zeiden ze, ‘en het van dienst bent met een welwillend antwoord, zal het u voor altijd dienen.’ 8 Maar hij legde de raad van de oudsten naast zich neer en raadpleegde de jongemannen die met hem waren opgegroeid en die hem nu ter zijde stonden: 9 ‘Wat raden jullie aan? Wat moeten wij het volk antwoorden op zijn verzoek om het juk te verlichten dat mijn vader het heeft opgelegd?’ 10 De jongemannen zeiden tegen hem: ‘Het volk heeft je gevraagd om het te ontlasten van het zware juk dat je vader het heeft opgelegd. Welnu, zeg tegen hen: “Mijn pink is dikker dan het lid van mijn vader! 11 Mijn vader heeft u een zwaar juk opgelegd, ik zal het nog verzwaren. Mijn vader heeft u gehoorzaamheid geleerd met zwepen, ik zal u gehoorzaamheid leren met schorpioenen!”’
Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen?
Reacties
Een reactie posten