Bekentenis

Jozua 7:16-26. 'Wie zonder zonde is werpe de eerste steen' zei Jezus ooit. Welke verborgen zonde(n) zijn er in jouw leven en wordt het niet tijd om naar God en misschien zelfs naar mensen een bekentenis af te leggen? Één ding is zeker: Het zal niet zo aflopen als met Achan en zijn gezin, want Jezus heeft die straf voor jou gedragen en de macht van de zonde verbroken door op te staan uit de dood.

Dag 3 van de Ongezuurde Broden en tevens Eerstelingen feest.


16 De volgende ochtend vroeg liet Jozua Israël aantreden volgens de stammen en de stam Juda werd aangewezen. 17 Daarna liet Jozua de stam Juda aantreden en de HEER wees het geslacht van Zerach aan. Daarna liet Jozua van het geslacht van Zerach de familiehoofden(1) aantreden en Zabdi werd aangewezen. 18 En van diens familie liet Jozua de mannen aantreden en Achan werd aangewezen: een zoon van Karmi, die een zoon was van Zabdi, de zoon van Zerach, en afkomstig uit de stam Juda. 19 Jozua zei tegen hem: ‘Kom, Achan, eerbiedig de HEER, de God van Israël, en leg voor hem een bekentenis af. Zeg me wat je hebt gedaan. Houd het niet voor me verborgen.' 20 Achan antwoordde: ‘Ik beken dat ik heb gezondigd tegen de HEER, de God van Israël. Dit is wat ik heb gedaan: 21 Ik zag dat er onder de buit een prachtige mantel uit Sinear was en tweehonderd sjekel zilver en een goudstaaf die wel vijftig sjekel woog. Ik kon mijn ogen er niet vanaf houden en heb het gestolen. Het ligt allemaal in mijn tent onder de grond verborgen. Het zilver ligt onder de mantel.' 22 Jozua stuurde een paar mannen, die snel naar de tent gingen en daar de mantel vonden, met het zilver eronder. 23 Ze namen het allemaal mee uit de tent, brachten het naar Jozua en de Israëlieten en spreidden het voor de ark van de HEER uit op de grond. 24 Hierna brachten Jozua en de Israëlieten Achan, de nakomeling van Zerach, naar het Achordal, samen met het zilver, de mantel en de goudstaaf, en met zijn zonen en dochters, runderen en ezels, schapen en geiten en zijn tent – kortom, met alles wat hij bezat. 25 Jozua zei: ‘Jij hebt ons in het ongeluk gestort! Daarom zal de HEER jou vandaag in het ongeluk storten.'(2) Hij en al de zijnen werden door heel Israël gestenigd en verbrand. 26 Daarna bedolven ze hen onder een grote hoop stenen. Toen bekoelde de woede van de HEER. Deze steenhoop is er tot op de dag van vandaag en deze plaats wordt het Achordal genoemd, tot op de dag van vandaag.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Loofhuttenfeest

Hij zal geprezen worden

Omgaan met weerstand