Geschenken
Numeri 7:1-9. Welke geschenken heb jij gegeven/ontvangen als het gaat om het dienen in de gemeente?
1 Op de dag waarop Mozes de laatste hand legde aan het opbouwen van de tabernakel, zalfde hij die, met alle toebehoren, en ook het altaar en het altaargerei; zo heiligde hij alles. 2 Daarna brachten de leiders van de Israëlieten, de familiehoofden die aan het hoofd van de stammen stonden en de leiding hadden bij de inschrijving, 3 de HEER geschenken: zes overhuifde wagens en twaalf ossen – elk tweetal leiders gaf gezamenlijk een wagen en ieder van hen afzonderlijk gaf een os. Toen ze die voor de tabernakel hadden gezet, 4 zei de HEER tegen Mozes: 5 ‘Neem deze geschenken van hen aan en gebruik ze ten behoeve van de ontmoetingstent. Stel ze ter beschikking van de Levieten, afhankelijk van de taak die ieder heeft.' 6 Daarop gaf Mozes de wagens en de ossen aan de Levieten. 7 Aan de Gersonieten gaf hij twee wagens en vier ossen, rekening houdend met hun taken, 8 en aan de Merarieten gaf hij vier wagens en acht ossen, in overeenstemming met de taken die zij onder leiding van Itamar, de zoon van de priester Aäron, zouden verrichten. 9 Aan de Kehatieten gaf hij niets, omdat zij de zorg hadden gekregen voor de heiligste voorwerpen, die op de schouders gedragen moesten worden.
Reacties
Een reactie posten